Skip to main content
Nieuws

Tips

Fiscaal afrekenen na overlijden echtgenote DGA

De echtgenote van een directeur-grootaandeelhouder (DGA) overlijdt. Ze waren gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. De DGA heeft alle aandelen in een pure beleggings-B.V. Hij ontvangt een aan de erfgenamen van zijn overleden echtgenote gerichte navorderingsaanslag inkomstenbelasting over bijna € 900.000, de helft van de meerwaarde van zijn aandelen.

De echtgenote van een directeur-grootaandeelhouder (DGA) overlijdt. Ze waren gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. De DGA heeft alle aandelen in een pure beleggings-B.V. Hij ontvangt een aan de erfgenamen van zijn overleden echtgenote gerichte navorderingsaanslag inkomstenbelasting over bijna € 900.000, de helft van de meerwaarde van zijn aandelen.

Omdat man en vrouw in gemeenschap van goederen waren getrouwd, hadden de erfgenamen het nagevorderde fiscale voordeel in haar overlijdensaangifte inkomstenbelasting moeten verwerken. Dat is niet gebeurd.  Wel hebben de erfgenamen de helft van de waarde van de aandelen correct in de aangifte erfbelasting opgenomen.  De erfgenamen gaan naar de rechter.

Navorderingsaanslag niet mogelijk?
Ten eerste stellen ze dat de Belastingdienst geen navorderingsaanslag mag opleggen. Waarom niet? Omdat de Belastingdienst had kunnen weten dat sprake was van een aanmerkelijk belang waarover bij overlijden zou moeten worden afgerekend. De Belastingdienst had de aangifte inkomstenbelasting zelf beter moeten controleren. De rechter oordeelt echter dat de aangifte inkomstenbelasting mogelijk juist was. De Belastingdienst hoefde er niet aan te twijfelen. Zelfs het feit dat er een jaar eerder bij de echtgenote inkomen uit aanmerkelijk belang in de aangifte was vermeld, betekent niet dat de Belastingdienst de overlijdensaangifte op dit punt nader had moeten onderzoeken.

Navorderingsaanslag te hoog?
Ten tweede stellen de erfgenamen dat de navorderingsaanslag te hoog is. Voor ruim € 151.000 zou sprake zijn van ondernemingsvermogen, waarvoor een doorschuiffaciliteit geldt. In het bewijs dat sprake is van ondernemingsvermogen slagen de erfgenamen echter niet. Ook slagen ze er niet in te bewijzen dat de werkelijke waarde van de aandelen lager ligt dan de intrinsieke waarde.

Oordeel rechter
De rechter komt tot de conclusie dat de navorderingsaanslag terecht is opgelegd.

Tip: Als aandelen in een B.V. deel uitmaken van een huwelijksgoederengemeenschap, dient ook fiscaal afgerekend te worden als de echtgenoot die niet zelf aandeelhouder is overlijdt. Soms zijn doorschuiffaciliteiten van toepassing. Het is verstandig om tijdig de situatie bij eventueel overlijden in kaart te brengen. Daar helpen we u uiteraard graag bij.