Moeder schenkt in 1997 en 2001 in totaal ruim € 2.900.000 renteloos aan haar zoon. De schenkingen zijn gedaan onder de opschortende voorwaarde van het overlijden van moeder. Bovendien is bepaald dat wanneer de zoon tegelijk met of eerder dan moeder overlijdt, niet hij maar zijn kinderen de begunstigden van de schenking zijn. Moet de zoon de schenkingen in zijn aangifte inkomstenbelasting verwerken?
Moeder schenkt in 1997 en 2001 in totaal ruim € 2.900.000 renteloos aan haar zoon. De schenkingen zijn gedaan onder de opschortende voorwaarde van het overlijden van moeder. Bovendien is bepaald dat wanneer de zoon tegelijk met of eerder dan moeder overlijdt, niet hij maar zijn kinderen de begunstigden van de schenking zijn. Moet de zoon de schenkingen in zijn aangifte inkomstenbelasting verwerken?
De zoon vindt van niet. De opschortende voorwaarde betekent immers dat er pas een definitieve schenking is, als moeder overlijdt. En ze leeft nog. Bovendien is er een kans dat hij zelf eerder overlijdt dan moeder. En dan krijgt hij niets. De Belastingdienst heeft een andere mening. Hoe oordeelt de rechter?
Door de schenking heeft de zoon een voorwaardelijke geldvordering op zijn moeder gekregen. Die vordering moet worden gewaardeerd naar de waarde in het economisch verkeer.
Omdat de vordering renteloos is, houdt moeder het genot van de aan de vordering ten grondslag liggende gelden. Ze heeft een genotsrecht dat moet worden gewaardeerd volgens de wettelijke tabellen die daarvoor gelden. Deze tabellen bepalen de waarde van een genotsrecht aan de hand van de leeftijd van de genotsgerechtigde. De waarde van het genotsrecht van moeder komt in mindering op de nominale waarde van de vordering van de zoon.
Tip: Ook al ervaart u geen inkomen of vermogen, toch kunt u voor de inkomstenbelasting belastbaar inkomen genieten. Een goede adviseur informeert u en begeleidt u bij de vormgeving van eventuele fiscale alternatieven.